Driehoeksverhuizing

Toen ik vorig jaar een oude boerderij kocht, op een heuveltop in de Eifel, dacht ik eraan hoe ik die plek zou bezoeken om er van het uitzicht te genieten, om eens voorzichtig na te denken over de vochtproblemen, en om te schrijven.

Inmiddels ken ik de contouren van de heuvels aan de overkant van het dal. De achterkant van het huis is deze week afgraven. En ik zit graag te werken in de twee kamers die al zijn afgewerkt. Daarna ga ik weer naar mijn eerste huis.

Maar het tweede huis blijkt niet gedwee te wachten, zoals ‘die ander’ in een driehoeksverhouding tussen mensen. Het tweede huis bezoekt mij ’s nachts, wanneer het zich zorgen maakt over de drainage. Dan beloof ik de volgende ochtend met de Tiefbaumeister te gaan bellen. En meestal doe ik dat dan ook.

En overdag verleidt het tweede huis mij met het beeld van ochtendmist in het dal en de zon die net boven de heuvelrand uitkomt. Dan beloof ik snel weer te komen en een gebloemd tafelkleed mee te nemen, of een oudboeren bordenrek.

Aanvankelijk dacht ik aan wat het huis mij zou geven. Nu denk ik ook aan wat het huis nodig heeft van mij.